menu
Tatoeba
language
Register Log in
language English
menu
Tatoeba

chevron_right Register

chevron_right Log in

Browse

chevron_right Show random sentence

chevron_right Browse by language

chevron_right Browse by list

chevron_right Browse by tag

chevron_right Browse audio

Community

chevron_right Wall

chevron_right List of all members

chevron_right Languages of members

chevron_right Native speakers

search
clear
swap_horiz
search

Sentences in Dutch with audio (total 8,949)

nld
Ik maak elke maandag mijn kamer schoon.
nld
Hoeveel van deze heb je vandaag verkocht?
nld
Dit restaurant heeft veel vegetarische opties.
nld
Het merendeel van Nederland ligt onder zeeniveau.
nld
Tom schreef een artikel voor de schoolkrant.
nld
Je beantwoorde zojuist je eigen vraag.
nld
Kan je alsjeblieft mijn jurk dichtritsen?
nld
Tom en Mary hebben een haat-liefdeverhouding.
nld
Wat heeft Tom vandaag op school gedaan?
nld
Hoeveel van jullie drinken elke dag koffie?
nld
Ik weet niet waarom we moeten stoppen.
nld
We hopen maandag de uitslag te hebben.
nld
We hopen maandag de resultaten te hebben.
nld
Wees voorzichtig als je de trap afgaat.
nld
Wees voorzichtig wanneer je de trap afgaat.
nld
Ik heb een baan gevonden in Australië.
nld
Tom deelde de chocoladereep met zijn vriend.
nld
Ik wil een verjaardagscadeau voor Tom kopen.
nld
Ik wil Tom een verjaardagscadeau kopen.
nld
Mijn broer helpt me soms met mijn huiswerk.
nld
Tom had een moeizame relatie met zijn vader.
nld
We kunnen de zee zien vanuit onze hotelkamer.
nld
Tom kocht een zak popcorn en wat frisdrank.
nld
Tom moet een kamer delen met zijn broer.
nld
Het maakt ons niet uit wat er gebeurt.
nld
De trein staat op het punt te vertrekken.
nld
Ik wil gewoon dat dit nooit meer gebeurt.
nld
Waarom heb je dat zonder mijn toestemming gedaan?
nld
Ik heb gisteren een brief van Tom ontvangen.
nld
Volgens mij weet iedereen dat ik terug ben.
nld
Tom brengt veel tijd door op zijn kamer.
nld
Kijk wat Tom onder zijn bed heeft gevonden.
nld
Weet jij wat Tom voor ons heeft gekocht?
nld
Tom heeft de neiging te veel te drinken.
nld
Ik ga het rustig aan doen dit weekend.
nld
Houd rekening met een levertijd van drie weken.
nld
In de tussentijd kan je bij ons blijven.
nld
Ik heb tien dollar van mijn opa gekregen.
nld
Het is tien minuten lopen naar het station.
nld
Misschien moeten we niet zoveel tijd samen doorbrengen.
nld
Ik heb dat gisteren voor het eerst gedaan.
nld
Het is altijd de schuld van de ouders.
nld
Ik weet nog niet hoeveel het gaat kosten.
nld
Ik had een broodje met eiersalade voor lunch.
nld
Ik weet dat je tegen Tom hebt gelogen.
nld
Ik heb daarvoor mijn excuses nog niet aangeboden.
nld
Tom was op de achterbank aan het slapen.
nld
De kerstman legde de cadeautjes onder de boom.
nld
We vroegen ons allemaal af waar Tom was.
nld
Ik heb geen idee waar mijn ouders zijn.
nld
Het lijkt erop dat we een probleem hebben.
nld
Tom wist dat hij niet genoeg geld had.
nld
Zou het niet geweldig zijn als Tom wint?
nld
Ik heb een infuus in het ziekenhuis gekregen.
nld
Ben jij niet degene die dit heeft geschreven?
nld
Ik was me niet bewust van dat probleem.
nld
Geloof jij in liefde op het eerste gezicht?
nld
Ik kon mijn ogen niet meer open houden.
nld
Tom ging naar de bibliotheek met zijn kinderen.
nld
Tom probeerde iedereen voor de gek te houden.
nld
Tom probeerde iedereen in de maling te nemen.
nld
Vanwege het slechte weer werd de wedstrijd afgelast.
nld
Als het weer het toelaat, vertrek ik morgen.
nld
Tom weet hoe hij een feestje moet geven.
nld
Dat is niet wat ik bedoelde. Mijn excuses.
nld
Toms vader is een professor aan de universiteit.
nld
Je hebt geld nodig om geld te verdienen.
nld
Ik hoop dat ik niemand pijn heb gedaan.
nld
Ze was een meisje van ongeveer onze leeftijd.
nld
Ik heb geen energie meer om te praten.
nld
We zullen dit onderwerp bespreken tijdens de vergadering.
nld
Ik sport niet zoveel als ik zou moeten.
nld
Mary en Alice deden alsof ze zussen waren.
nld
Ik zou Tom graag beter willen leren kennen.
nld
Is er iemand anders die dit wil proberen?
nld
Tom hoeft zijn schoenen niet uit te doen.
nld
Tom eet normaal gesproken lunch in de kantine.
nld
Ik ben normaal niet zo kieskeurig met eten.
nld
Ik ben de laatste die het kantoor verlaat.
nld
Ik heb maar een paar hele goede vrienden.
nld
De kinderen zijn nog steeds wakker.
nld
Tom heeft je naam nog nooit genoemd.
nld
Waarom werd Tom naar huis gestuurd?
nld
Tom werd geridderd door de koningin.
nld
Wie is je favoriete modeontwerper?
nld
Hoeveel geld heeft Tom uitgegeven?
nld
Hoe heb jij je weekend doorgebracht?
nld
Ik deed mee aan een zangwedstrijd.
nld
Ik draag normaal gesproken rokken.
nld
Kan deze telefoon video's afspelen?
nld
We hebben onze telefoons uitgezet.
nld
Hoe laat gaat de bloemenwinkel open?
nld
Is de supermarkt nog steeds open?
nld
Tom spoelde de pillen door de wc.
nld
Ligt Tom al lang in het ziekenhuis?
nld
Ik dacht dat dit een ziekenhuis was.
nld
Ik ben in dat ziekenhuis geboren.
nld
Tom is in dit ziekenhuis geboren.
nld
Waar kan ik een ziekenhuis vinden?
nld
Tom woont vlakbij een ziekenhuis.