menu
Tatoeba
language
Register Log in
language English
menu
Tatoeba

chevron_right Register

chevron_right Log in

Browse

chevron_right Show random sentence

chevron_right Browse by language

chevron_right Browse by list

chevron_right Browse by tag

chevron_right Browse audio

Community

chevron_right Wall

chevron_right List of all members

chevron_right Languages of members

chevron_right Native speakers

search
clear
swap_horiz
search

Sentences in Dutch with audio (total 8,924)

nld
Honderden zijn omgebracht.
nld
Er zijn honderden doden gevallen.
nld
Elke dag sterven er honderden.
nld
Ik ben beter geworden.
nld
Ik ben vooruit gegaan.
nld
Je bent vooruit gegaan.
nld
Ik word beter.
nld
Ik ga vooruit.
nld
Tom zat op het stenen bankje.
nld
Het huis is van steen gemaakt.
nld
De brug is van steen gemaakt.
nld
De sneeuw dempte mijn val.
nld
Heb je een kussen nodig?
nld
Kijk eens hoe die bal stuitert.
nld
Tom houdt van geurkaarsen.
nld
Tom sloeg de deken om zich heen.
nld
Is dat een zuigzoen in je nek?
nld
Tom had één arm in een mitella.
nld
Tom zei dat hij geen kantoor had.
nld
Er is nog maar één stoel over.
nld
Geef me op zijn minst een hint.
nld
Weet je wat er verder niet klopt?
nld
Ik heb dit op de grond gevonden.
nld
Ik kwam Tom om een gunst vragen.
nld
Tom gaat me rond zes uur bellen.
nld
Tom wil wat geld lenen.
nld
Toms auto staat niet op de oprit.
nld
Ik maak me zorgen om de kinderen.
nld
Ik stel voor dat we haast maken.
nld
Zeg Tom dat ik geen honger heb.
nld
We zagen je wegrijden.
nld
Tom had niet verwacht je te zien.
nld
Ik dacht dat je Toms oom was.
nld
Ik geef toe dat ik verrast was.
nld
Waarom heb je dat veranderd?
nld
Wil je tikkertje spelen?
nld
Ik snapte Toms grap niet.
nld
Toms huis heeft een schoorsteen.
nld
Pardon, waar is het postkantoor?
nld
Tom lag roerloos op de grond.
nld
Beloof je nooit meer te liegen?
nld
Ik heb nergens spijt van.
nld
Heb je ooit zwemles gehad?
nld
Je bent geen boer, of wel?
nld
Je bent geen boer, toch?
nld
Heb je een verrekijker?
nld
Herken je de man op deze foto?
nld
We lopen een uur achter.
nld
Tom is groot voor zijn leeftijd.
nld
Zorg dat Tom niet te veel eet.
nld
Iemand vroeg me je dit te geven.
nld
Tom heeft meer geld nodig.
nld
Tom droeg een spijkerbroek.
nld
Ik heb tennisles.
nld
Tom staat in de tuin.
nld
Ik heb een tandenstoker nodig.
nld
Gezinnen zijn verwoest.
nld
Families zijn verwoest.
nld
Gezinnen zijn kapot gemaakt.
nld
Families zijn kapot gemaakt.
nld
Tom heeft bijna niets gegeten.
nld
Tom at bijna niets.
nld
We gaan terug naar het hotel.
nld
Tom is met iedereen bevriend.
nld
Weet je het verschil?
nld
Is het besmettelijk?
nld
Ik heb bijna medelijden met je.
nld
Tom was nog niet wakker.
nld
Tom neemt morgen vrij.
nld
Waar is de gum?
nld
Heb je vandaag een appel gegeten?
nld
We eisten een hertelling.
nld
Tom zegt dat ik op jou lijk.
nld
Tom zegt dat ik op je lijk.
nld
Ik weet dat ik sneller kan.
nld
Zijn dat de klasgenoten van Tom?
nld
Zijn dat Toms klasgenoten?
nld
Ik blijf liever binnen.
nld
Tom weet weinig van zijn buren.
nld
Moet ik hier wachten?
nld
Zal ik hier wachten?
nld
Ik was niet aan het opletten.
nld
Ik lette niet op.
nld
Tom wil achterin zitten.
nld
Ze stond op het punt te huilen.
nld
Tom ging ergens anders winkelen.
nld
Tom had geen heimwee.
nld
Wat als iemand je ziet?
nld
Geef me je boterham.
nld
Geef me je broodje.
nld
Tom heeft een PTSS hulphond.
nld
Tom en ik hebben onszelf verwond.
nld
Waar heeft Tom mijn hoed gelaten?
nld
Tom heeft van nature krullen.
nld
Luister niet naar Toms leugens.
nld
Ik wil een nieuwe fiets.
nld
Ik heb alles uitgelegd.
nld
Ik heb koffie besteld.
nld
Afrika is het armste continent.
nld
Je stoort me.