menu
Tatoeba
language
Register Log in
language English
menu
Tatoeba

chevron_right Register

chevron_right Log in

Browse

chevron_right Show random sentence

chevron_right Browse by language

chevron_right Browse by list

chevron_right Browse by tag

chevron_right Browse audio

Community

chevron_right Wall

chevron_right List of all members

chevron_right Languages of members

chevron_right Native speakers

search
clear
swap_horiz
search

Sentences in Dutch with audio (total 8,924)

nld
Ik had hetzelfde probleem.
nld
Dat komt op hetzelfde neer.
nld
Het is gewoon niet hetzelfde.
nld
Ze zijn allemaal hetzelfde.
nld
Tom heeft dat vaker gedaan.
nld
Mag ik je gum even lenen?
nld
Heeft u nog verse aardbeien?
nld
Tom vroeg me om langs te komen.
nld
Wie werd verkozen?
nld
Niemand wist wie hij was.
nld
Tom komt niet naar huis.
nld
Daar ben ik van overtuigd.
nld
Ik ben daar van overtuigd.
nld
Tom drinkt thuis geen bier.
nld
De leerlingen hebben nu pauze.
nld
Ik heb de deadline niet gehaald.
nld
Laat niemand deze kamer verlaten.
nld
Ik ga niet terug naar Australië.
nld
Dat is onbegrijpelijk.
nld
Ik heb vooruitgang geboekt.
nld
Ik bewaar mijn kassabonnen.
nld
Ik bewaar mijn bonnetjes.
nld
Wat heb je van Tom gestolen?
nld
Het is erg voedzaam.
nld
We zien wel wat er gebeurt.
nld
Wil je dit echt nu doen?
nld
Waarom zijn ze zo bang?
nld
Blijft Tom eten?
nld
Ik hoop dat het nog steeds werkt.
nld
De kinderen spelen buiten.
nld
Onze trouwdag is vandaag.
nld
Ik ga dezelfde kant op.
nld
Ik wist niet waar je was.
nld
Ik wist niet dat Tom dronken was.
nld
Ik zal je niet daartoe dwingen.
nld
Tom luisterde naar het journaal.
nld
Tom luisterde naar het nieuws.
nld
Drink je elke dag thee?
nld
Alle winkels waren gesloten.
nld
De winkels zijn open.
nld
De winkel was gesloten.
nld
Al deze gitaren zijn van mij.
nld
Het is twee keer zo groot.
nld
Focus op je ademhaling.
nld
Concentreer je op je ademhaling.
nld
Tom houdt zijn adem in.
nld
Ik moet op adem komen.
nld
De wind veranderde van richting.
nld
Tom ving de bal met beide handen.
nld
Lever je verslag in.
nld
Mijn handen zijn vies.
nld
Houd je handen boven de tafel.
nld
Tom had een penseel in zijn hand.
nld
Tom had een kwast in zijn hand.
nld
Ik kneep in Toms hand.
nld
Tom gaf Mary zijn visitekaartje.
nld
Ik verdien niet heel veel.
nld
Waar is mijn andere handschoen?
nld
Heb je je handschoenen gevonden?
nld
Wie draagt er geen handschoenen?
nld
Iedereen had handschoenen aan.
nld
Iedereen droeg handschoenen.
nld
Mijn handschoenen zijn nat.
nld
Doe je handschoenen aan.
nld
Geef me die handschoenen.
nld
Hij heeft handschoenen aan.
nld
Deze jas is te klein.
nld
Deze jas is te klein voor me.
nld
Weet jij van wie deze hond is?
nld
Weet jij wiens hond dit is?
nld
Volgens mij is dat niet van mij.
nld
Het begon als een grap.
nld
Alles doet het.
nld
Ik heb Tom al weken niet gezien.
nld
Wat een schattige baby!
nld
Tom kan amper wakker blijven.
nld
Tom deed zijn oortjes uit.
nld
Tom deed zijn koptelefoon af.
nld
De tuin wordt verwaarloosd.
nld
Waar is de tuin?
nld
Ik heb een tuin.
nld
Ik tuinier graag.
nld
Ik luister niet vaak naar muziek.
nld
Ik heb met niemand afgesproken.
nld
Ik heb niemand ontmoet.
nld
De vergaderzaal is beneden.
nld
U heeft de vergadering gemist.
nld
Je hebt de vergadering gemist.
nld
Ik heb de vergadering gemist.
nld
Hier heb je een snoepje.
nld
Breng een dikke trui.
nld
Wanneer geeft u uw toespraak?
nld
Wanneer geef je je toespraak?
nld
Weet je wanneer Tom terugkomt?
nld
Het is nog geen etenstijd.
nld
Ik zit in de dodencel.
nld
Ik kan je geld niet aannemen.
nld
Vat dit niet verkeerd op.
nld
We waren ontvoerd.
nld
Er waren geen slachtoffers.