menu
Tatoeba
language
Registriĝi Ensaluti
language Esperanto
menu
Tatoeba

chevron_right Registriĝi

chevron_right Ensaluti

Foliumi

chevron_right Montri hazardan frazon

chevron_right Foliumi laŭ lingvo

chevron_right Foliumi laŭ listo

chevron_right Foliumi laŭ etikedo

chevron_right Foliumi sonregistraĵojn

Komunumo

chevron_right Muro

chevron_right Listo de ĉiuj membroj

chevron_right Lingvoj de la membroj

chevron_right Denaskaj parolantoj

search
clear
swap_horiz
search

Frazoj en la nederlanda kun sonregistraĵo (entute 8 949)

nld
Je kan hem vertrouwen.
nld
Ze heeft twee dochters.
nld
Ik ben erg ziek.
nld
Tom wil beroemd worden.
nld
Tom wil beroemd zijn.
nld
Ze bleven goede vrienden.
nld
Dat moet toeval zijn.
nld
Waarom praatte je niet?
nld
Hij kwam het eerst.
nld
Tom is niet gestorven.
nld
Tom is niet dood.
nld
Hoe gaan de zaken?
nld
Hoe bevalt je baan?
nld
Koolstofmonoxidevergiftiging kan hallucinaties veroorzaken.
nld
Mijn kat is wit.
nld
Tom herkende Maria niet.
nld
Doe de jaloezie dicht.
nld
Doe de luxaflex dicht.
nld
Wat doe je precies?
nld
Tom vindt je schattig.
nld
Tom vindt je leuk.
nld
Laat ze eentje winnen.
nld
Tom hoorde buiten iets.
nld
We moeten meteen beginnen.
nld
Ik denk het niet.
nld
Draag je een bril?
nld
Tom opende zijn mond.
nld
Is Gibraltar een land?
nld
Jongens, we moeten praten.
nld
Ik heb net gedoucht.
nld
Is dat je moeder?
nld
Is dat jouw moeder?
nld
Ik wil hier zijn.
nld
Ik was daarop voorbereid.
nld
Ze kent veel spreekwoorden.
nld
Ik kan niet helpen.
nld
Kan iemand even helpen?
nld
Iemand, help me even.
nld
Laten we volleybal spelen.
nld
Hou je van sport?
nld
Mijn oom is rijk.
nld
Ze waren al getrouwd.
nld
Hij was zwaar gewond.
nld
Tom is gewond geraakt.
nld
Ze heeft hem gebeten.
nld
Kent ze je telefoonnummer?
nld
Ik ben een mens.
nld
Hij kan snel rennen.
nld
Hij kan snel lopen.
nld
We houden van elkaar.
nld
Zullen we samen spelen?
nld
Wil je samen spelen?
nld
Hoe ken je Tom?
nld
Ze vindt hem leuk.
nld
Ze is heel slim.
nld
Ik zit in bad.
nld
Ze is gaan winkelen.
nld
Ze is gaan shoppen.
nld
Laten we Tom feliciteren.
nld
Laten we ons concentreren.
nld
Laten we het vragen.
nld
Laten we het proberen.
nld
Mag ik de rekening?
nld
Is je vader dokter?
nld
Woorden schieten me tekort.
nld
Ik wil water drinken.
nld
Tom hees de vlag.
nld
Ik hou van rijst.
nld
Je hebt behandeling nodig.
nld
Ik heb nu tijd.
nld
Wie is die jongen?
nld
Ik heb geen badpak.
nld
Leid me niet af.
nld
Het is Tom maar.
nld
Ze hebben Tom gedeporteerd.
nld
Ze hebben Tom uitgezet.
nld
Wat is dat gebouw?
nld
Ze kwam teleurgesteld thuis.
nld
Ze kwam teleurgesteld terug.
nld
Ik heb ijs nodig.
nld
Tom was zeer gelukkig.
nld
Mijn zusje is beroemd.
nld
Kunnen gebruikersnamen veranderd worden?
nld
Ik weet Toms geheim.
nld
Nog een keer alstublieft.
nld
Het is bijna spitsuur.
nld
Laat me het uitleggen.
nld
Neem alstublieft hier plaats.
nld
Ik schaam me diep.
nld
Hoe ging het proefwerk?
nld
Hoe ging de toets?
nld
Dit heeft geen zin.
nld
Ik heb een tweelingzus.
nld
Wie heeft jou ingehuurd?
nld
Ik heb geld nodig.
nld
Ik ga wel alleen.
nld
De mis is voorbij.
nld
De mis is afgelopen.
nld
Haal die doos weg!
nld
Dat neem je terug.