menu
Tatoeba
language
Luo käyttäjätili Kirjaudu sisään
language Suomi
menu
Tatoeba

chevron_right Luo käyttäjätili

chevron_right Kirjaudu sisään

Selaa

chevron_right Näytä satunnainen lause

chevron_right Selaa kielen mukaan

chevron_right Selaa listan mukaan

chevron_right Selaa tunnisteen mukaan

chevron_right Selaa äänitteitä

Yhteisö

chevron_right Seinä

chevron_right Luettelo kaikista jäsenistä

chevron_right Jäsenten kielet

chevron_right Äidinkieliset puhujat

search
clear
swap_horiz
search

Äänitetyt hollanninkieliset lauseet (yhteensä 8 949)

nld
Tom heeft hetzelfde over jou gezegd.
nld
Tom is precies even oud als Mary.
nld
Ik weet dat Tom een feestbeest is.
nld
Tom heeft zijn linkerarm gebroken.
nld
We hebben het nog niet besproken.
nld
Ik heb nog een kratje bier gekocht.
nld
Ik zal uitleggen wat er is gebeurd.
nld
Waar heeft Tom de sleutels gevonden?
nld
We hadden allemaal hetzelfde idee.
nld
De wind is van richting veranderd.
nld
Ze heeft haar linkerhand verbrand.
nld
Maria heeft een bloem in haar hand.
nld
Alle jongens droegen handschoenen.
nld
Tom droeg zwarte leren handschoenen.
nld
Wie heeft er geen handschoenen aan?
nld
Tom is nog nergens van beschuldigd.
nld
Tom kan nauwelijks wakker blijven.
nld
Ik weet niet wiens paraplu dit is.
nld
We hebben de vergadering uitgesteld.
nld
Tom schreef iets op een vel papier.
nld
Tom schreef iets op een papiertje.
nld
Tom is nog niet schuldig bevonden.
nld
Ik wist niet welke ik moest kiezen.
nld
Hoe kan je me in vredesnaam helpen?
nld
Best veel mensen zagen Tom dat doen.
nld
We moeten een cadeau voor Tom kopen.
nld
Tom werd veroordeeld tot levenslang.
nld
Wie heeft Toms werk gecontroleerd?
nld
Hoe heeft Tom het antwoord geraden?
nld
Tom heeft Maria op school ontmoet.
nld
Ik had meer zout moeten toevoegen.
nld
Ik heb liever geen zout dan teveel.
nld
Tom zegt dat hij net heeft gegeten.
nld
Ik heb veel kinderen gefotografeerd.
nld
Tom verzamelt dekens voor daklozen.
nld
Voor wie heb je die bloemen gekocht?
nld
Ze verkopen eieren in de supermarkt.
nld
Mayonaise wordt gemaakt van eieren.
nld
Hij heeft honderd dollar gespaard.
nld
De twee huizen staan naast elkaar.
nld
Wat voor soort bewijs heb je nodig?
nld
Tom gaf de barman drie dollar fooi.
nld
Ik ga een kruidenrek voor je maken.
nld
Ik ga een kruidenrek voor je bouwen.
nld
Heb je vandaag de krant al gelezen?
nld
Tom doet dat alleen in de ochtend.
nld
De ouders van Tom leefden in armoede.
nld
Ik geloofde echt dat het zou werken.
nld
Ik moet de achternaam van Tom weten.
nld
Tom is daar erg goed mee omgegaan.
nld
Heb je hem dat vorig jaar gegeven?
nld
Waarom eet je je groenten niet op?
nld
We hebben morgen een wiskunde toets.
nld
Er is niet genoeg plek voor iedereen.
nld
Ze kwam als laatste over de finish.
nld
We kunnen in dat hotel overnachten.
nld
Ik heb je van tevoren gewaarschuwd.
nld
Hoeveel broodjes heeft Tom gesmeerd?
nld
Hoeveel broodjes heeft Tom gemaakt?
nld
Iemand heeft mijn paraplu gestolen.
nld
Ik dronk per ongeluk uit jouw glas.
nld
Hij zette zijn huis in de verkoop.
nld
We hebben je altijd goed behandeld.
nld
Tom besloot daar niet heen te gaan.
nld
Hij had vrienden over de hele wereld.
nld
We kunnen deze klachten niet negeren.
nld
Ik kan niet slapen in een vliegtuig.
nld
Tom weet niet veel over zijn buren.
nld
Ik heb al maanden niks geschreven.
nld
Tom werd aangereden door een fietser.
nld
Doe het nu, voordat je het vergeet.
nld
Verstuur morgenochtend deze brief.
nld
Tom en Mary lijken een gelukkig stel.
nld
Deze shirts moeten worden gewassen.
nld
U moet uw computer opnieuw opstarten.
nld
Tom heeft van nature krullend haar.
nld
Tom eet eieren zonder peper en zout.
nld
Ik ben twee keer getrouwd geweest.
nld
Tom heeft de verkiezingen gewonnen.
nld
Mijn vader is een kantoormedewerker.
nld
Heb je gisteren het vuurwerk gezien?
nld
Volgens mij heb ik niemand beledigd.
nld
We hebben het onderwerp al behandeld.
nld
Iedereen was in het zwart gekleed.
nld
Hebben alle zwarte katten gele ogen?
nld
Waar heb je die sinaasappels gekocht?
nld
Je hebt al drie koppen koffie gehad.
nld
Ik ga elke zomer naar het buitenland.
nld
Je hoeft niet zenuwachtig te zijn.
nld
Ik kwam alleen voor het gratis eten.
nld
Ik zag mijn zus de brief verscheuren.
nld
Toms auto heeft verwarmde stoelen.
nld
Ik weet dat Tom een boswachter is.
nld
De hele familie ging naar het strand.
nld
Ik kan een andere keer terugkomen.
nld
Tom raakte gewond bij het ongeluk.
nld
Mijn paspoort is niet meer geldig.
nld
Vergeet niet je tanden te poetsen.
nld
Ik hoop dat Tom de waarheid vertelt.
nld
We kunnen dat alleen op maandag doen.