menu
Tatoeba
language
Inscriber te Aperir session
language Interlingua
menu
Tatoeba

chevron_right Inscriber te

chevron_right Aperir session

Percurrer

chevron_right Monstrar phrase aleatori

chevron_right Percurrer per lingua

chevron_right Percurrer per lista

chevron_right Percurrer per etiquetta

chevron_right Percurrer audio

Communitate

chevron_right Muro

chevron_right Lista de tote le membros

chevron_right Linguas del membros

chevron_right Parlantes native

search
clear
swap_horiz
search

Phrases in nederlandese con audio (total 9.026)

nld
Is het wit?
nld
Dit is eten.
nld
Ik bewonder Tom.
nld
Hoe heet dit?
nld
Heb je gegeten?
nld
Ze kennen me.
nld
Waar was je?
nld
Dit past niet.
nld
Lynn rent snel.
nld
Waarom belde Tom?
nld
Waar zijn jullie?
nld
Iedereen kent hen.
nld
Tom neemt vitaminen.
nld
De tafel wankelt.
nld
Iedereen mag hem.
nld
Alles komt goed.
nld
Oorlog is slecht.
nld
Ruzie is slecht.
nld
Vechten is slecht.
nld
Communicatie is goed.
nld
Praten is goed.
nld
Water is goed.
nld
Wat een rotzak!
nld
Wat een klootzak!
nld
Ik aarzelde niet.
nld
Ik twijfelde niet.
nld
Haal het fototoestel.
nld
Haal de camera.
nld
Pak het fototoestel.
nld
Pak de camera.
nld
Tom is hilarisch.
nld
De fans juichten.
nld
We juichten allemaal.
nld
Ze juichten allemaal.
nld
De menigte juichte.
nld
Het gejuich stopte.
nld
Schil de appel.
nld
Ik ben hetzelfde.
nld
Ze geloven je.
nld
Hij ziet niets.
nld
Ze zagen niets.
nld
Het regent hier.
nld
Het regent daar.
nld
Ik heb niks gedaan.
nld
Ik heb niets gedaan.
nld
Ik woon in Osaka.
nld
Waar woon je tegenwoordig?
nld
Hij woont in Tokio.
nld
Ik woonde alleen.
nld
Waar zijn jullie opgegroeid?
nld
Waar heb je gewoond?
nld
Waar woonde je?
nld
Tom woonde daar.
nld
Tom heeft daar gewoond.
nld
Tom woonde hier.
nld
Ik woon ernaast.
nld
Ik woon hiernaast.
nld
Ik woon alleen.
nld
Waar is hun huis?
nld
Waar wonen ze?
nld
Waar woont ze?
nld
Waar is zijn huis?
nld
Waar is haar huis?
nld
Ik kan goocheltrucs doen.
nld
Dit is een toverstaf.
nld
Waar is je toverstaf?
nld
Gelooft Tom in magie?
nld
Tom deed een goocheltruc.
nld
Geloof je in magie?
nld
De magie is weg.
nld
Het is net tovenarij.
nld
Ik geloof in magie.
nld
Tom gelooft in magie.
nld
Het was magisch.
nld
De sterren verschenen.
nld
Hij is net uitgegeven.
nld
Het is net verschenen.
nld
Hij is net verschenen.
nld
Hier mag je roken.
nld
Hier kan je roken.
nld
Hij is machtig.
nld
Willen jullie rijk zijn?
nld
Willen jullie rijk worden?
nld
Ze is een kind.
nld
Zij is een kind.
nld
Hij is een kind.
nld
Zij zijn kinderen.
nld
Ze zijn kinderen.
nld
Zij zijn sterk.
nld
Tom is ziek.
nld
Doe je hoed af.
nld
Zet je hoed af.
nld
Doe je hoed op.
nld
Ik kocht een hoed.
nld
Er heerste doodse stilte.
nld
Er was volledige stilte.
nld
Er was doodse stilte.
nld
Tom is bloedserieus.
nld
Het kan levensgevaarlijk zijn.
nld
Die slangen zijn levensgevaarlijk.